×

Coronapandemie van invloed op boete bouwtijdoverschrijding

Vastgoed 06 maart 2023

Vormt de coronapandemie een omstandigheid voor matiging van een boete wegens bouwtijdoverschrijding? Een contractuele boete kan door de rechter worden gematigd als ‘de billijkheid dit klaarblijkelijk’ eist. Daarvan is sprake als zich omstandigheden voordoen die maken dat toepassing van het boetebeding tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt.  Volgens de rechtbank Amsterdam vormt de coronapandemie zo’n omstandigheid.

Overeenkomst van aanneming

Een aannemer sluit een overeenkomst van aanneming voor de realisatie van een hotel voor een aanneemsom van € 845.109,50 excl. btw. Het hotel dient uiterlijk 7 december 2019 te worden opgeleverd. Partijen spreken af dat dit een fatale termijn is en dat de aannemer bij overschrijding van deze termijn een pittige boete per kalenderdag verschuldigd is, als prikkel tot nakoming. Aan de boete wordt geen maximum verbonden; deze loopt door tot aan de oplevering.

Bouwtijdoverschrijding

Op 4 december 2019 schrijft de aannemer aan de opdrachtgever dat in het werk een achterstand is ontstaan, deels door inefficiëntie en deels door schuld van de opdrachtgever. De aannemer maakt aanspraak op bouwtijdverlenging, maar de opdrachtgever is het daar niet mee eens. Ondanks de toezeggingen  van de aannemer, is het de opdrachtgever vanaf 28 september 2020 duidelijk dat het aannemer er niet in zal slagen het hotel op te leveren zoals afgesproken. Hij sommeert de aannemer nog een laatste keer, maar de aannemer blijft met de oplevering in gebreke. Nadat er ook nog problemen aan het licht komen rondom de warmwatercirculatie en elektrotechnische installaties, is de maat voor opdrachtgever vol en ontbindt hij de overeenkomst.

Matiging boete

In de procedure die daarop volgt, vordert de opdrachtgever € 743.000,00 aan verbeurde boetes. De aannemer beroept zich onder andere op matiging van de boete. De rechtbank ziet inderdaad aanleiding de boete te matigen. Volgens de rechtbank is de boete zo hoog opgelopen dat deze de aanneemsom bijna evenaart, waardoor de boete aan haar strekking als prikkel tot nakoming voorbij gaat. De rechtbank oordeelt dat de boete daarom verschuldigd is van 7 december 2019 tot 28 september 2020.

Coronapandemie

Daarnaast slaagt de aannemer erin aan te tonen dat de coronapandemie de nakoming van de overeenkomst heeft bemoeilijkt. Onder andere omdat werknemers niet of beperkt inzetbaar waren en materiaalleveranties achterbleven. Volgens de rechtbank blijkt uit het dossier dat de coronapandemie een vertragende invloed heeft gehad op het gehele bouwproces. Daarom vindt zij het billijk de gevolgen van de pandemie over beide partijen te verdelen. Op de periode waarover de boete verschuldigd is, heeft de coronapandemie naar schatting van de rechtbank gedurende 6 maanden een substantiële vertragende invloed gehad. Over die periode van 6 maanden komt de boete slechts voor 50% voor rekening en risico van de aannemer. De aannemer wordt veroordeeld tot betaling van een boete van € 399.000,00.

Bron:| ECLI:NL:RBAMS:2022:6141| 06-03-2023

Neem contact op

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Of heeft u andere vragen?
NEEM CONTACT OP

Gerelateerde blogs